Urgenda afspraak blijft staan
Urgenda beslissing bevestigd door Hoge Raad en Nederland speelt prominente rol in klimaatcrisis. Op 20 december 2019 heeft de Hoge Raad bepaald dat de ’Urgenda-uitspraak’ blijft staan. De rechtbank oordeelde dat de overheid expliciete plichten heeft om haar burgers te beschermen tegen klimaatverandering en dat tegen eind 2020 de CO2 uitstoot met ten minste 25% […]

Urgenda beslissing bevestigd door Hoge Raad en Nederland speelt prominente rol in klimaatcrisis.
Op 20 december 2019 heeft de Hoge Raad bepaald dat de ’Urgenda-uitspraak’ blijft staan.
De rechtbank oordeelde dat de overheid expliciete plichten heeft om haar burgers te beschermen tegen klimaatverandering en dat tegen eind 2020 de CO2 uitstoot met ten minste 25% moest zijn verminderd ten opzichte van 1990.
De stichting Urgenda, zonder winstoogmerk, die de zaak heeft aangespannen, verwelkomde het “baanbrekende” oordeel. Het oorspronkelijke vonnis in 2015 werd gezien als een mijlpaal in het toenmalige veld van klimaatgeschillen en inspireerde vergelijkbare gevallen over de hele wereld, van Pakistan tot Nieuw-Zeeland.
David Boyd, de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten en het milieu, zei dat het “tot nu toe de belangrijkste beslissing van de rechtbank over klimaatverandering ter wereld was, en bevestigde dat de mensenrechten in gevaar komen door de klimaatsituatie en dat rijke landen wettelijk verplicht zijn om snelle en substantiële emissiereducties door te voeren.”
De Nederlandse regering had eerder gezegd dat zij de kern van de uitspraak zou naleven, maar zij ging herhaaldelijk in beroep tegen de rechtsgrondslag van de beslissing. Uit de nieuwste nationale statistieken blijkt dat het zeer onwaarschijnlijk is dat Nederland de 2020-emissiedoelstelling haalt.
Nederland heeft in 2018 zijn eerste stuk nationale klimaatwetgeving aangenomen, het heeft een ambitieuzer koolstofplan voor 2030 gepubliceerd en sluit zijn eerste kolencentrale volgend jaar.
Volgens het Hooggerechtshof hebben individuele naties directe verplichtingen op grond van de artikelen 2 en 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, waaronder het recht op leven en het recht op privé- en gezinsleven.
Dennis van Berkel, juridisch adviseur van Urgenda, zei: “Het enorme belang van deze zaak is niet alleen dat Nederland verplicht is te handelen, maar dat deze principes universeel zijn. Geen enkele rechtbank buiten Nederland is aan deze beslissing gebonden, maar de invloed die deze rechtbank heeft en de inspiratie die het aan anderen zal geven, is erg groot. ”
Van Berkel zei dat als de regering de uitspraak niet zou naleven, Urgenda een afzonderlijke gerechtelijke procedure tegen zou kunnen starten.
De Nederlandse minister van Klimaat, Eric Wiebes, zei dat de regering ‘kennis had genomen’ van het besluit en in januari een volledig antwoord zou geven. Hij zei dat Nederland in 2019 een “ambitieus” pakket maatregelen heeft aangekondigd om het oordeel uit te voeren, hoewel campagnevoerders denken dat het veel verder kan gaan.
Naast het inspireren van andere nationale regeringen, heeft het succes van Urgenda campagnevoerders aangemoedigd om juridische wapens tegen bedrijven op te nemen. In april begon een groep sociale en milieugroeperingen onder leiding van Friends of the Earth Nederland met een aanklacht tegen oliebedrijf Shell, met het argument dat haar bedrijfsmodel internationale klimaatdoelen bedreigt en de mensenrechten in gevaar brengt.
In een formeel antwoord in november ontkende Shell dat het aansprakelijk was. Een maand eerder zei de CEO van het bedrijf dat het “geen andere keuze” had dan te investeren in olie en beweerde dat het “volledig legitiem” was om dit te doen.
Nine de Pater, een campagnevoerder voor klimaat- en energie bij Friends of the Earth Nederland, zei dat de beslissing van het Hoge Raad een belangrijk precedent schept
voor de Shell-zaak omdat ze vergelijkbare juridische argumenten gebruiken. “Het is een enorme beslissing voor alle huidige zaken in verband met klimaatprocedures”, zei ze.
Bronnen. Rechtsspraak, Urgenda, The Guardian.