We weten allemaal in Nederland dat wanneer er vervelende en lastige situaties ontstaan in het gezin met de kinderen of wanneer kinderen mentale problemen hebben dat we kunnen terugvallen op jeugdzorg. Dat is misschien vanzelfsprekend hier in Nederland, maar niet elk land heeft deze optie in de zorg. Hier mogen we als land dus best trots op zijn. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de jeugdzorg?
Medewerkers vertrekken bij jeugdbescherming
Bij jeugdbeschermingorganisaties zijn de afgelopen jaren duizenden mensen vertrokken, mede vanwege de hoge werkdruk. Onderzoek van Pointer en Follow The Money hebben uitgewezen dat de uitstroom tussen 2015 en 2019 minstens 5000 voltijdbanen waren. Dit heeft logischerwijs geleid tot een personeelstekort. De jeugdbeschermers ervaren het werk als belastend en stressvol en ook is het ziekteverzuim met gemiddeld 7% aan de hoge kant.
Sinds 2015 is de jeugdbescherming deels gedecentraliseerd. Het Leger des Heils geeft aan in het onderzoek dat het werk de afgelopen jaren veel zwaarder is geworden. “Er is meer agressie tegen hulpverleners, af en toe ook fysiek maar vooral online worden ze bedreigd. Jeugdbeschermers voelen zich onveilig”.
Lange wachttijd bij Jeugdzorg
Uit een kleinschalig onderzoek bleek begin juni dat kinderen die jeugdzorg nodig hebben, gemiddeld ruim tien maanden moeten wachten op therapie, een diagnose of een plek om te wonen. FNV Zorg & Welzijn erkent dat beeld, zegt bestuurder Maaike van der Aar. “Ik moet zeggen dat tien maanden ons nog meeviel. Wij horen van onze leden dat het nog veel langer kan duren.” De decentralisatie van de jeugdzorg ging gepaard met bezuinigingen van honderden miljoenen euro’s. De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten was ook bedoeld om de wachttijden te verminderen. Volgens Marlies Roosjen-de Feiter, beleidsadviseur Jeugd van Mind, lopen de wachttijden al jaren op doordat er te weinig jeudhulp wordt ingekocht door de gemeenten. De gemeenten kampen met grote tekorten terwijl de zorgvraag alleen maar toeneemt.
Bij de zorg die wel wordt ingekocht, gaat het een en ander mis. De gemeenten hebben niet de kennis en kunde in huis om de juiste specialistische hulp in te kopen. Heel dure zorg kopen gemeenten liever niet in omdat hun budget dan snel op is. Deze geldproblemen spelen ook mee met het probleem van personeelstekort in de jeugdzorg.
Gemeenten krijgen extra geld voor jeugdzorg
Het demissionaire kabinet trekt voor 2022 nog eens 1,3 miljard euro extra uit voor de jeugdzorg. Daarnaast hebben kabinet en gemeenten afspraken gemaakt over maatregelen om op de kosten te besparen. De arbitragecommissie sprak zich ook uit over de komende jaren; tot en met 2028. Ze oordeelde dat voor die jaren ook extra miljarden nodig zijn. Staatsecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid is blij met het akkoord maar zegt ook dat: “de oplossing voor de lange termijn is niet alleen een kwestie van geld, er zijn ook maatregelen voor nodig want doorgaan op dezelfde weg is geen optie.” Het stelsel moet worden hervormd volgens De Heer Blokhuis en de gemeenten. Hopelijk is dat de oplossing om de jeugdzorg weer te verbeteren in Nederland zodat zowel de hulpvragers als de hulpverleners tevreden zijn.