Klimaatverandering
De aarde wordt verwarmd door de zon. Een gedeelte van de zonnestraling wordt door de atmosfeer terug de ruimte in gekaatst, een ander deel wordt omgezet in warmte. Ook deze warmte verdwijnt gedeeltelijk de ruimte in. Natuurlijke broeikasgassen, zoals waterdamp en CO2, zorgen ervoor dat de warmte die de aarde uitstraalt gedeeltelijk wordt teruggekaatst; deze gassen leggen een warme deken om de aarde. Dit noemt men het broeikaseffect.
Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde op jaarbasis -18 graden Celsius bedragen, in plaats van de huidige +15 graden. Maar omdat de mens grote hoeveelheden broeikasgassen in de dampkring brengt, wordt het broeikaseffect behoorlijk versterkt. De organisatie van de Verenigde Naties i (VN) die de risico’s van klimaatverandering evalueert, het IPCC i, concludeerde eind 2013 zelfs dat het voor 95 procent zeker is dat de mens verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde.
Dit versterkte broeikaseffect kan een wereldwijde klimaatverandering tot gevolg hebben. De Verenigde Naties verwachten dat klimaatverandering tijdens de 21ste eeuw zou kunnen zorgen voor grote overstromingen, extreme weersomstandigheden, droogte en slechte landbouwgrond. In 2015 stemden bijna 200 deelnemers van de klimaatconferentie in Parijs i in met een nieuw klimaatverdrag. Daarmee moet de uitstoot van broeikasgassen worden teruggedrongen en de opwarming van de aarde worden beperkt.