Zonder natuurlijke groepsimmuniteit of vaccin blijft coronavirus gevaar 

Premier Mark Rutte kondigde maandag aan dat Nederland ervoor kiest om op een gecontroleerde manier groepsimmuniteit tegen het coronavirus op te bouwen. Maar kan dit wel? En wat zijn de belangrijkste onzekerheden?

Het idee van de strategie waar Nederland voor kiest: als een groot gedeelte van de gezonde Nederlanders al besmet is geweest met het COVID-19-virus, worden de kwetsbaarsten beschermd. NU.nl stelde Hans Heesterbeek, hoogleraar theoretische epidemiologie aan de Universiteit Utrecht, een aantal vragen over deze strategie.

Waarom moet ongeveer 60 procent van de mensen besmet worden voor groepsimmuniteit?

Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) moet ongeveer 50 tot 60 procent van de Nederlanders met het coronavirus besmet zijn geweest om groepsimmuniteit te bereiken. Dat onderschrijft Heesterbeek.

Het aantal mensen dat nodig is voor groepsimmuniteit is afhankelijk van hoe besmettelijk een ziekte is. Heesterbeek: “De mazelen zijn bijvoorbeeld heel besmettelijk. Als niemand immuun zou zijn voor de mazelen, dan besmet één zieke persoon twintig andere mensen. Om deze reden moet, om een mazelenuitbraak te voorkomen, minstens 95 procent van de bevolking immuun zijn voor de mazelen. Alleen als zo veel mensen immuun zijn, besmet iemand met mazelen gemiddeld minder dan één ander persoon, waardoor er geen uitbraak kan ontstaan.”

Het coronavirus is echter minder besmettelijk dan de mazelen. “Op basis van wat we nu weten, wordt geschat dat één persoon met het coronavirus gemiddeld 2,5 andere personen besmet. Als 60 procent van de bevolking immuun is voor het coronavirus, dan besmet één persoon met het coronavirus minder dan één persoon, waardoor er dus geen nieuwe uitbraak kan ontstaan.”

Het is volgens Heesterbeek mogelijk dat het aantal mensen dat nodig is voor groepsimmuniteit nog wat hoger ligt. “Maar het is zeker een stuk lager dan bij de mazelen.”

Kun je jezelf als je jong en fit bent dan niet beter gewoon laten besmetten?

De maatregelen die nu in Nederland worden genomen, zoals het afgelasten van evenementen, zijn er juist op gericht om snelle verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Werkt dit het opbouwen van groepsimmuniteit niet tegen?

Heesterbeek vertelt dat het door alle maatregelen in de strijd tegen het coronavirus inderdaad langer duurt voordat groepsimmuniteit optreedt. “De strategie van Nederland is om de groei van het aantal besmettingen af te remmen. Dit leidt uiteindelijk niet per se tot minder mensen die ziek worden, maar door het virus niet te snel rond te laten gaan, probeer je te voorkomen dat de zorg overbelast raakt.”

Het is belangrijk dat ook jonge mensen zich nu aan de maatregelen houden. “Waarschijnlijk geldt voor hen dat ze niet ernstig ziek worden, en als ze ziek zijn geweest, leveren ze een bijdrage aan de groepsimmuniteit. Maar ze kunnen de verspreiding van het virus in Nederland op dit moment wel versnellen, wat alsnog extra druk op de zorg legt.”

Hoelang blijft het coronavirus een probleem?

Volgens Heesterbeek moet er rekening mee worden gehouden dat er in het najaar en zelfs volgend jaar nieuwe uitbraken van het coronavirus volgen. “Mogelijk moeten dan opnieuw maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat het virus zich niet te snel verspreidt. Dit risico blijft bestaan totdat we een vaccin hebben of er op een natuurlijke manier groepsimmuniteit is. We zijn dan natuurlijk wel beter voorbereid door de ervaring na deze eerste golf.”

“Er gaat waarschijnlijk wel een vaccin komen, maar dit duurt mogelijk nog meer dan een jaar. Maatregelen, zoals een lockdown, houd je niet lang vol. En zolang het virus nog ergens ter wereld woekert, kunnen er na het opheffen van een lockdown opnieuw uitbraken ontstaan, omdat er nog veel vatbare mensen zijn. De maatregelen die nu in Nederland zijn genomen, zijn waarschijnlijk langer vol te houden dan een lockdown. Het gevaar is pas volledig geweken als het virus helemaal nergens ter wereld meer voorkomt of als het vaccin er is, maar dit is niet op de korte termijn mogelijk.”

Wat zijn de belangrijkste onzekerheden?

De maatregelen die door de regering zijn afgekondigd, gelden tot en met maandag 6 april. Welke onzekere factoren gaan bepalen of de verspreiding van het virus echt voldoende wordt vertraagd?

Heesterbeek benadrukt dat we nu niet goed weten hoeveel besmette mensen geen of nauwelijks klachten hebben en toch besmettelijk zijn, en hoe besmettelijk zij dan zijn. “Dit is vooral van belang als de maatregelen weer verlicht gaan worden. Het is bijvoorbeeld lastig in te schatten wat het betekent als mensen die nauwelijks symptomen hebben weer op kantoor gaan werken of de horeca weer opengaat.”

“Daarnaast weten we nu nog niet hoe sterk we onze contacten moeten beperken om ervoor te zorgen dat het virus voldoende vertraagd wordt. Moeten we onze contacten met 20 procent verminderen, of met 70 procent? Dat weten we nu nog niet. Het is mogelijk dat er toch strengere maatregelen nodig zijn. Eind volgende week zal duidelijk worden of de huidige maatregelen de groei vertragen, en hoe sterk.”

  • Het coronavirus verspreidt zich vooral via nies- en hoestdruppeltjes. Het virus kan direct van mens op mens worden overgedragen of (voor beperkte tijd) via oppervlakken zoals deurklinken.
  • Een geïnfecteerde persoon besmet gemiddeld twee à drie anderen. De voorzorgsmaatregelen zijn nodig om dit in te dammen.
  • Verreweg de meeste patiënten hebben milde (griepachtige) klachten.
  • Bijna alle sterfgevallen betreffen ouderen of andere kwetsbaren, zoals hart-, long- of diabetespatiënten. Als iedereen de maatregelen naleeft, verkleint dat hun risico’s.

Bron: Nu.nl