Voorziening voor ondersteuning thuis
Bent u onvoldoende zelfredzaam of kunt u niet goed meedoen in de maatschappij? En kan uw netwerk ook niet bijdragen? Dan is de gemeente verplicht ondersteuning te bieden. In de wet staat niet wat voor soort voorziening dit moet zijn. Dat kan een algemene voorziening of een maatwerkvoorziening zijn. In een onderzoek (meestal een gesprek) stelt de gemeente met u vast wat u nodig heeft. Voor sommige voorzieningen geldt een eigen bijdrage.
Maatwerkvoorziening
Een maatwerkvoorziening is geen medische hulp. Voorbeelden maatwerkvoorzieningen zijn:
- vervoersvoorziening;
- vervoer in de regio (voor mensen die slecht ter been zijn en niet met het openbaar vervoer kunnen reizen);
- individuele begeleiding;
- beschermde woonplek;
- dagbesteding op maat;
- aanpassingen in de woning (bijvoorbeeld een traplift of een verhoogd toilet). Bekijk meer voorbeelden van woningaanpassingen;
- rolstoel (een rolstoel krijgt u alleen via de Wmo als u deze voor langere tijd nodig heeft. Voor hulpmiddelen voor tijdelijk gebruik kunt u contact opnemen met de thuiszorgwinkel, het thuiszorguitleenmagazijn of uw zorgverzekeraar);
- respijtzorg;
- ondersteuning van mantelzorgers;
- huishoudelijke hulp (zoals hulp bij het opruimen, schoonmaken en ramen zemen);
- maatschappelijke opvang (bijvoorbeeld blijf-van-mijn-lijfhuizen en daklozenopvang).
Algemene voorziening
Soms bent u geholpen met een zogenaamde ‘algemene voorziening’. Een algemene voorziening is vrij toegankelijk, zonder voorafgaand onderzoek naar uw persoonlijke omstandigheden. Voorbeelden van algemene voorzieningen zijn:
- boodschappendienst;
- het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling;
- een ontmoetingsruimte voor mensen die eenzaam zijn;
- maaltijdverzorging (ook wel warmemaaltijdvoorziening of tafeltje-dekje genoemd);
- maatschappelijke opvang (bijvoorbeeld daklozenopvang);
- hulp aan buurthuizen en verenigingen.
De gemeente mag een bijdrage vragen voor het gebruik van deze algemene voorziening.